top of page

Update ASO contract

Op 22/12/2023 werd een akkoord bereikt met de ziekenhuizen over een update van de loon- en arbeidsvoorwaarden van ASO! De update is een aanpassing van het ASO-contract dat in 2021 werd bereikt. De implementatie vond plaats in 2024. 

Meer info over het volledige huidige ASO statuut vind je hier

Algemeen: 

Na lange onderhandelingen werd op 21/12/2023 eindelijk een overeenkomst gesloten over de update van het Collectieve Overeenkomst (CO) die in 2021 werd bekomen met betrekking tot het statuut van de ASO. Deze overeenkomst werd gesloten binnen de NPCAZ (Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen), een organisatie waarin de ziekenhuizen en artsen vertegenwoordigd worden door de ziekenhuiskoepels en de artsen-syndicaten. VASO vertegenwoordigde de ASO's bij de onderhandelingen. 

Ondanks dat de overeenkomst op 21/12/2023 werd gesloten, vond de implementatie hiervan later plaats. Dit mede om de ziekenhuizen de tijd te geven om hun systemen aan te passen aan deze veranderingen. De meeste veranderingen gaan in vanaf 1 april 2024, met uitzondering van punt 1 dat ingaat vanaf 1 januari 2024, punt 4 (dat eigenlijk reeds in voege is door een voorafgaande wet) en punt 7 dat ingaat vanaf oktober 2023 (en dus retrograad actief is). 

Deze regels zijn van toepassing op alle Belgische ASO's en leggen minimumvoorwaarden vast voor hun arbeidsvoorwaarden. Ook indien in een reeds bestaand contract andere regels zijn neergeschreven dienen deze nieuwe regels steeds gevolgd te worden. Na goedkeuring door de ministerraad, werd dit omgezet in een koninklijk besluit dat je hier na kan lezen. 

Er wordt bijkomend jaarlijks 6.7 miljoen euro op tafel gelegd (bovenop de 30 miljoen euro uit het vorig akkoord) om te zorgen dat de kosten voor ziekenhuizen en stagemeesters beperkt blijven.

Concreet: 
Punt 1: Indexering basisloon en de forfaits 

De indexering van het basisloon was reeds vanaf 2021 een feit. Deze gaat jaarlijks (indien van toepassing) in op 1 januari en volgt de regeling van de honoraria. Sinds 1 januari 2024 dienen ook de forfaitaire vergoedingen (onkostenvergoeding en vergoedingen voor bereikbare wachten) geïndexeerd te worden. Meer info hierover en de concrete bedragen vind je op de pagina van de loonberekening

Voor 2024 bedraagt de indexering 6,05%

Punt 2: Opting-out uren
  • Maandelijkse uitbetaling van prestaties > 60u per week. Deze vallen onder de opting-out uren en worden ook als zodanig uitbetaald (110%) 

  • Lonen voor de uren gepresteerd boven de weekgrens van 48 uur en die de maximumgrens van 60 uur niet overschrijden worden op het einde van het trimester uitbetaald als opting-out uren (110%). De effectief gerealiseerde 'inhaalrust' wordt hierbij in vermindering gebracht. Men neemt in acht de wettelijke limiet van 12 uur opting out per week (156u over een referentieperiode van 13 weken) 

Punt 3: Gezond roosteren

Bij het opstellen van de uurroosters dient men een evenwichtige spreiding van de arbeidsprestaties te verzekeren. Dit betekent concreet dat per maand maximaal 260 uur ingepland kan worden. Na elke periode van 1 maand wordt een periode van inhaalrust verzekerd voor elk uur dat boven deze 260 uur werd gepresteerd. 

Punt 4: Klokkenluidersrichtlijn

De overeenkomst herinnert iedereen er aan dat de bepalingen in de 'klokkenluidersrichtlijn' (wet van 28 november 2022) ook op de ASO van toepassing zijn. Dit gaat ondermeer over het melden van mistoestanden op vlak van arbeidsduur of niet-registratie van de geleverde arbeidsprestaties. De wet verplicht de werkgevers daarnaast om onafhankelijke meldingskanalen in te stellen en biedt de melders bescherming tegen represailles. De ASO's worden op de hoogte gebracht van de meldingskanalen. 

Punt 5: Cumulverbod wordt opgeheven

Het cumulverbod tussen de opting-out uren en de oncomfortabele uren wordt opgegeven. Concreet houdt dit in dat wanneer opting-out uren bijvoorbeeld op een zondag vallen dit recht geeft op zowel de opting-out toeslag (10%) als de zondagtoestlag (60%). 

Punt 6: Prestaties tijdens een oproepbare wacht

Prestaties verricht tijdens een oproepbare wacht waarbij de ASO niet in het ziekenhuis aanwezig is (bijvoorbeeld telefonisch contact of raadpleging van het dossier) worden geregistreerd en uitbetaald in het kader van een voorafgaand akkoord met de stagemeester en mits documentatie van de prestatie door een notitie in het medisch dossier. 

Punt 7: Anciënniteitsbepaling

De jaren dewelke de ASO binnen een erkend stageplan een wetenschappelijk traject volgt, worden volledig in aanmerking genomen bij de bepaling van de anciënniteit en dus het vastleggen van het basisloon. 

Voor ASO's met een MKA opleiding geld dat de anciënniteit vastgelegd op basis van de tandheelkunde opleiding wordt vastgelegd op minstens 3 jaar anciënniteit, waardoor de instroom in de klinische opleiding gebeurt op minstens het niveau van het barema van een 4de jaars ASO. 

Deze baremieke aanpassingen worden toegepast vanaf de start van het academiejaar 2023-2024 en dienen ook retrograad toegepast te worden. 

Punt 8: Verhoging vergoeding oncomfortabele uren

Volgende wijzigingen worden doorgevoerd vanaf 1 april 2024:  

  • In de week tussen 20-8u en op zaterdag: 100% + 35% van de basisvergoeding (voordien 25%)

  • Op zondag en feestdagen: 100% + 60% van de basisvergoeding (voordien 50%)

Deze aanvullende vergoeding wordt uitbetaald aan het einde van de maand waarin de uren zijn gepresteerd. 

Punt 9: Verlofdagen

Verlofdagen die op het einde van de stageperiode bij de werkgever niet konden worden opgenomen worden, uitbetaald samen met de laatste vergoeding die de werkgever uitbetaalt. 

Daarnaast wordt het aantal verlofdagen vastgelegd op 22 dagen per kalenderjaar. Gezien deze maatregel slechts op 1 april 2024 ingaat, komt dit neer op 1 extra verlofdag tussen april 2024 en september 2024. 

Punt 10: Definities en begrippen
  • De uurwaarde van een dag bedraagt 9u36 met uitzondering van afwezigheid door ziekte voor arts-specialisten in opleiding met een structurele opting out. 

  • Week = tijdsperiode van maandag 0u00 t.e.m. zondag 23u59

  • Zwangerschapsbescherming = de maximale arbeidstijd voor de zwangere ASO van 48 uur per week 

  • De bepalingen inzake palliatief verlof gaan niet gepaard met financiële compensaties. 

Punt 11: Onkostenvergoeding

De forfaitaire onkostenvergoeding wordt verhoogd met 50 euro. Gezien deze sinds 1 januari 2024 ook onderhevig is aan de index (6,05% op 01/2024) bedraagt deze sinds dan reeds 106,05 euro. Vanaf 1 april bedraagt deze 156,05 euro. 

Punt 12: Herevaluatie

De verschillende partijen zijn overeengekomen om gedurende 4 jaar na het afsluiten van deze aanpassing geen nieuwe financiële eisen of andere aanpassingen voor te stellen die betrekking hebben op deze Collectieve overeenkomst. 

Budget 

Om tegemoet te komen aan de kosten gepaard met deze nieuwe bepalingen is er vanuit de overheid, naast het geïndexeerde bedrag van 30 miljoen euro (in voege sinds de CO van 2021), een bijkomend geïndexeerd bedrag van €6,7 miljoen voorzien zodat het budget in 2024 om en bij €40 miljoen zal bedragen. Dit budget zal over de ziekenhuizen verdeeld worden in kader van het correct respecteren van de bepalingen van de CO van 19 mei 2021 en de CO van 21 december 2023.

Presentatie met toelichting

bottom of page