Actueel ASO statuut
Sinds 05/2021 is er na jaren onderhandelen eindelijk een update gekomen van de arbeidsvoorwaarden voor de arts-specialisten in opleiding. Deze zijn vastgelegd in een Koninklijk Besluit en zijn dus de minimumvoorwaarden voor alle Belgische ASO's. Eind 2023 zijn er bijkomende aanpassingen overeengekomen voor deze collectieve overeenkomst (deze werden in 2024 geïmplementeerd). Om een overzicht te geven van de huidige arbeidsvoorwaarden voor de ASO vind je hier de meeste info.
Wil je specifiek het contract van 2021 nakijken? Dat kan hier. Wil je specifiek de update van 2023 nakijken (implementatie 2024)? Klik dan hier.
Dit document werd opgesteld door VASO met behulp van de collectieve overeenkomst en de FAQ van de overheid met als doel een duidelijk overzicht voor de ASO te geven. Fouten in deze tekst zijn mogelijk. Aarzel niet om ons te contacteren bij twijfel of het terugvinden van een fout.
Totstandkoming Centrale Overeenkomst
De Vlaamse vereniging voor Arts-Specialisten in Opleiding (VASO vzw) vertegenwoordigt als overkoepelend orgaan alle assistenten van alle Vlaamse universiteiten (KU Leuven, UGent, UAntwerpen en VUB).
Arts-specialisten in opleiding (ASO's) hebben een specifiek werknemersstatuut, genaamd het "sui generis" statuut. Dit statuut is geen volwaardig bediendestatuut waardoor er minder bijdragen voor de sociale zekerheid (RSZ) betaald moeten worden door de dienst/stagemeester. Hierdoor heeft de ASO geen pensioenopbouw, werkloosheidsuitkering, vakantiegeld etc. De ASO heeft slechts een gedeeltelijke sociale bescherming zoals bij langdurige ziekte, zwangerschap en het recht op kinderbijslag. Meer info over dit sociaal statuut vind je hier.
Eén van de bekommernissen van VASO betrof al jaren de heterogeniteit in arbeidsvoorwaarden en loon tussen arts-specialisten in opleiding. Elk ziekenhuis bepaalde de eigen regels en gezien de ASO's vaak niet de keuze krijgen in welk ziekenhuis zij tewerkgesteld worden hebben ze ook geen keuze omtrent hun loon en de arbeidsvoorwaarden waaronder zij moesten werken. Daarnaast is er weinig controle op de regelgeving en werken assistenten vaak in een ‘grijze zone’. Sinds woensdag 19/05/2021 is dit verleden tijd en werd er unaniem een akkoord gesloten in de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen (NPCAZ) over de loon- en arbeidsvoorwaarden van de ASO in België. Dit akkoord is van toepassing op alle Belgische ASO's.
Eind 2023 werd de eerste herevaluatie uitgevoerd met sinds 01/04/2024 de implementatie van de nieuwe regelgeving. Vanaf dan zal een 4 jaarlijkse heronderhandeling/herevaluatie plaatsvinden.
Wil je meer te weten komen over de collectieve overeenkomst van 2021? Dan vind je dit hier. Een update van de overeenkomst die doorgevoerd werd in 2024 vind je hier.
Toepassingsgebied
Deze arbeidsvoorwaarden zijn van toepassing op elke arts-specialist in opleiding die een opleiding volgt in België en hier een erkend stageplan voor heeft. Dit betekent dat mensen die een vrij assistentschap of fellowship volgen niet onder deze regelgeving vallen.
ASO's met wie een arbeidsovereenkomst werd afgesloten (wetenschappelijk onderzoek, PhD traject…) vallen eveneens niet automatisch onder de collectieve arbeidsovereenkomst. Zij hebben geen sui generis statuut maar het statuut van werknemer op wie de verschillende regelingen inzake arbeidsrecht en sociale zekerheid toepassing vinden. Contractueel kan wel overeengekomen worden dat zij voor eventuele klinische activiteiten die zij verrichten, toch onder bepaalde bepalingen van de collectieve overeenkomst vallen.
Ook apothekers-klinisch biologen vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve overeenkomst gezien zij gelijkgesteld worden met ziekenhuisarts.
Uurrooster - Uurregistratie - Opting out
Algemene bepalingen
De standaard werkweek van een ASO is vastgelegd op 48 uur. Om de mogelijkheid te geven bijkomende wachtdiensten en dergelijke de doen is er de optie van de opting out. Dit houdt in dan de ASO vrijwillig afstand doet van zijn maximale werkweek van 48 uur en tot 60 uur wenst te werken. Dit dient steeds specifiek ondertekent te worden en kan op elk moment ingetrokken worden.
Comfortabele uren zijn uren die gepresteerd worden tijdens de werkweek (maandag t.e.m. vrijdag) van 8u ‘s morgens tot en met 20u ‘s avonds. Oncomfortabele uren zijn uren die gepresteerd worden tijdens de werkweek van 20u ‘s avonds tot en met 8u ‘s morgens, in het weekend of op een wettelijke feestdag.
Lunchpauzes kunnen niet beschouwd worden als arbeidstijd en worden derhalve ook niet vergoed, op voorwaarde dat de lunchpauzes effectief kunnen worden opgenomen en de arts-specialist in opleiding niet ter beschikking staat van de werkgever. Ook een ‘dect-permanentie’ tijdens lunchpauze is per definitie arbeidstijd! Dit laatste houdt in dat men niet automatisch een uur lunchpauze mag aftrekken van de arbeidsduur.
Geen opting out getekend
Wanneer geen opting out clausule werd overeengekomen, kunnen, berekend over een periode van 13 weken, niet meer dan 48 uur per week gemiddeld worden gepresteerd (624 uur per kwartaal). Er mag tot maximaal 60 uur per week gewerkt worden op voorwaarde dat het gemiddelde maximaal 48 uur bedraagt. Wanneer de geleverde arbeidsprestaties dit absoluut plafond overschrijden, is er sprake van een strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuk van de werkgever op de wet van 12 december 2010. De ASO kan niet gedwongen worden om dergelijke arbeidsprestaties te verrichten, tenzij om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval of voor arbeidsprestaties die door een onvoorziene noodzakelijkheid worden vereist. De draagwijdte van deze afwijkende regel is beperkt en de criteria voor overmacht moeten aanwezig zijn. “Het moet gaan om een onvoorzienbare en dringende gebeurtenis die niet kadert in de gebruikelijke activiteit van het ziekenhuis en die niet voortvloeit uit een fout (bijv. een slechte arbeidsorganisatie).”
Uren die zich boven de grens van gemiddeld 48 uur over de referentieperiode van 13 weken bevinden, wettelijk gezien niet uitbetaald worden. Alle gepresteerde uren boven 624 uur in de referentieperiode van 13 weken worden namelijk beschouwd als illegale uren en in dat geval is het ziekenhuis planmatig in fout. Enkel overmacht kan hier gelden als uitzondering. Deze overmatig gepresteerde uren dienen als recuperatiedagen/uren opgenomen te worden binnen de referentieperiode.
Opting out getekend
Indien wel een opting out clausule werd ondertekend, kunnen, berekend over een periode van 4 weken, niet meer dan 60 uur per week gemiddeld worden gepresteerd (zij het 240 uur over 4 weken of 260 uur over de periode van een maand). Er mag tot maximaal 72 uur per week gewerkt worden op voorwaarde dat het gemiddelde maximaal 60 uur bedraagt. Het tekenen van de opting out is een vrijwillige beslissing en kan niet opgelegd worden door de stagedienst. Desondanks blijft de basisarbeidstijd voor ASO’s met een opting-out ook 48u/week of 624 uur over 13 weken.
Wanneer de geleverde arbeidsprestaties dit absoluut plafond overschrijden, is er sprake van een strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuk van de werkgever op de wet van 12 december 2010. De ASO kan niet gedwongen worden om dergelijke arbeidsprestaties te verrichten, tenzij om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval of voor arbeidsprestaties die door een onvoorziene noodzakelijkheid worden vereist. De draagwijdte van deze afwijkende regel is beperkt en de criteria voor overmacht moeten aanwezig zijn. “Het moet gaan om een onvoorzienbare en dringende gebeurtenis die niet kadert in de gebruikelijke activiteit van het ziekenhuis en die niet voortvloeit uit een fout (bijv. een slechte arbeidsorganisatie).”
Uren die zich boven de grens van gemiddeld 60 uur over de referentieperiode van 13 weken bevinden, wettelijk gezien niet uitbetaald worden. Alle gepresteerde uren boven 780 uur in de referentieperiode van 13 weken worden namelijk beschouwd als illegale uren en in dat geval is het ziekenhuis planmatig in fout. Enkel overmacht kan hier gelden als uitzondering. Deze overmatig gepresteerde uren dienen als recuperatiedagen/uren opgenomen te worden binnen de referentieperiode.
Uurrooster en registratie
Het maandelijks arbeidsrooster met inbegrip van de wachtregeling en de rusttijden wordt door het ziekenhuis minstens vier weken voor de aanvang ervan aan de arts-specialist in opleiding op elektronische wijze meegedeeld. De uurwaarde van een dag bedraagt 9u36 met uitzondering van artsen-specialisten in opleiding met een structurele opt-out in geval van ziekte (12 uur in dit geval). Deze waarden hebben vooral van belang bij het bepalen van de arbeidsduur i.k.v. ziekte of afwezigheid door verlof of wetenschappelijke tijd.
Uiteraard kan dit uurrooster onderhevig zijn aan veranderingen. Het opmaken en doorsturen van maandelijkse arbeidsroosters heeft o.a. als doel een overzicht te hebben op de te respecteren maximale arbeidsduur en het van rustperiodes. Het is echter niet de bedoeling (en dat zou praktisch onhaalbaar zijn) om op elk moment en in real-time te kunnen beschikken over de meest recente, ge-update arbeidsroosters. Last-minute wijzigingen aan het arbeidsrooster zullen inderdaad regelmatig voorkomen. Wat van belang is, is dat op het einde van de referteperiode de rustperiodes en de maximale arbeidsduur is gerespecteerd en dat zal kunnen gecontroleerd worden aan de hand van de in het tijdsregistratiesysteem ingegeven arbeidstijden.
Wanneer er minder dan 48 uur gemiddeld per week wordt gepresteerd blijft de maandelijkse basisvergoeding van kracht. (cfr ook loonberekening)
Een effectieve uurregistratie is verplicht. De overheid heeft hiervoor een tool (Medtime) ter beschikking die de mogelijkheid geeft om volledig onafhankelijk de uren te registreren (los van het ziekenhuis) en hierbij ook een loonsimulatie uit te voeren. Meer info over Medtime vind je hier.
Wat doen bij inbreuken?
Wanneer er inbreuken gemaakt worden op deze regels zijn er verschillende mogelijke opties:
-
Het gebruik van de tijdsregistratietool Medtime geeft de ASO de mogelijkheid om op een objectieve manier de arbeidstijden te registeren.
-
Wanneer bovenstaande regels niet gevolgd worden kan de ASO contact opnemen met de stagemeester/planningsdienst/HR om hier in gesprek oplossingen over te vinden.
-
De wet verplicht de werkgevers om onafhankelijke meldingskanalen in te stellen en biedt aan de melders bescherming tegen represailles. ASO’s moeten op de hoogte worden gebracht van de desbetreffende meldingskanalen.
-
-
Zo hier geen oplossingen uit komen kan de ASO steeds vaso contacteren via info@vaso.be of ons contactformulier
-
U kan ook steeds uw rechten individueel doen gelden via een informele klacht bij de sociale inspectie met uw bezorgdheden.
Wachtdiensten
Bij het uitvoeren van wachtdiensten zijn er een aantal algemene regels. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen extramurale en intramurale wachten.
Algemeen
-
De maximale werkduur op de werkvloer is 24 uur. Nadien dient minstens een pauze van 12 uur ingelast te worden.
-
Van zodra meer dan 12 uur gewerkt is, dient ook een onderbreking van minstens 12 uur genomen te worden.
-
Een extramurale wacht ( = bereikbare of oproepbare wacht) is een wachtdienst waarbij de ASO niet continu in het ziekenhuis aanwezig dient te zijn en waarbij men niet binnen de 20 minuten in het ziekenhuis moet kunnen zijn.
-
Bereikbare wachtdiensten waarbij men binnen de 20 minuten in het ziekenhuis dient te kunnen zijn, gelden als arbeidstijd. Andere oproepbare wachten worden tot het ogenblik van effectieve oproep niet beschouwd als arbeidstijd. Ze kunnen evenwel niet als rustperiodes worden beschouwd aangezien de arts-specialist in opleiding niet vrij kan beschikken over zijn/haar tijdsbesteding.
Extramurale wachtdienst:
-
Voor het bereikbaar zijn wordt een forfait aangerekend. Er is een forfait per begonnen periode van 12 uur, waarbij deze voor een periode van 08u-20u op een weekdag sinds 01/2024 € 53,03 bedraagt; en voor weekdagen tussen 20u-08u of op weekend- en feestdagen € 79,54 bedraagt. Dit bedrag is een forfait voor het bereikbaar zijn en dient toegekend te worden onafhankelijk van of de ASO opgeroepen werd. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
-
Als een periode van 12 uren binnen een oproepbare wacht deels binnen de comfortabele uren (tussen 8u en 20u) en deels binnen de oncomfortabele uren valt, dan wordt het forfait toegekend dat van toepassing is op het grootste deel van die uren. Vallen er evenveel uren van de periode van 12 uren binnen de comfortabele uren en de oncomfortabele uren, dan wordt het forfait van de oncomfortabele uren toegepast.
-
Per begonnen werkuur komt daarbij ook nog een vergoeding voor de gewerkte uren. Voor de oncomfortabele uren gelden volgende verrekeningen:
-
De vergoeding voor arbeid gepresteerd op oncomfortabele uren in de week tussen 20u en 8u en op zaterdag bedraagt 135 % van het basisloon.
-
De vergoeding voor arbeid gepresteerd op zon- en feestdagen bedraagt 160% van het basisloon.
-
Alhoewel elk begonnen werkuur uitbetaald dient te worden, wordt enkel de effectief gepresteerde arbeidstijd in rekening genomen in de berekening van de maximale toegelaten arbeidstijd per week of in de referentieperiode.
-
-
Sinds 01/04/2024 geldt eveneens dat niet in het ziekenhuis verrichte prestaties (bvb telefonische oproepen) tijdens een oproepbare wacht worden geregistreerd en uitbetaald in het kader van een voorafgaand akkoord, mits documentatie van de prestatie door een notitie in het (elektronisch) medisch dossier.
Intramurale wachtdienst:
-
Hierbij gelden volgende vergoedingen:
-
De vergoeding voor arbeid gepresteerd op oncomfortabele uren in de week tussen 20u en 8u en op zaterdag bedraagt 135 % van het basisloon.
-
De vergoeding voor arbeid gepresteerd op zondag en feestdagen bedraagt 160% van het basisloon.
-
Meer informatie over de verloning van de ASO vind je hier.
Verlofregeling
Volgende regels zijn bepaald i.v.m. de verlofregeling voor ASO's:
-
Elke ASO heeft sinds 1/04/2024 recht op minstens 22 verlofdagen per werkjaar.
-
Voor het jaar academiejaar 2023-2024 geldt een overgangsperiode en zal in de periode van 1/04/2024 t.e.m. 30/09/2024 1 extra verlofdag toegekend worden bovenop de reeds bestaande 20 verlofdagen.
-
Minstens 10 hiervan dienen ononderbroken te kunnen worden opgenomen (met inbegrip van de aansluitende weekends).
-
-
Deze verlofdagen zijn vrij op te nemen door de ASO in overleg met de stagedienst
-
Na het aanvragen van verlofdagen (wat minstens 4 weken voordien te gebeuren), dient hier door de dienst binnen de 7 dagen een antwoord op gegeven te worden.
-
Indien de ASO op verschillende diensten/stageplekken roteert worden deze verlofdagen evenredig over deze periodes verdeeld (tenzij anders overeengekomen met de stagediensten).
-
-
Elke ASO heeft jaarlijks recht op de 10 wettelijke feestdagen.
-
Indien de ASO arbeidsprestaties verricht heeft op een wettelijke feestdag of als de feestdag in het weekend valt, dient deze feestdag op een ander moment gerecupereerd te worden. De regeling inzake rustperiodes blijft onverkort van toepassing.
-
Indien gewerkt werd op een feestdag en deze in het weekend valt, kan deze slechts 1 maal gerecupereerd worden.
-
-
Verlofdagen die niet opgenomen kunnen worden, dienen uitbetaald te worden met de laatste verloning. (nieuw sinds 01/04/2024). De berekening gebeurt op basis van het brutomaandloon en op basis van de basisarbeidsduur van 9,36 uur per dag.
-
Deze verlofdagen tellen mee in de berekening van de arbeidsduur (9u36 zowel in geval van opting out als geen opting out). Deze periodes kunnen aldus niet gezien worden als rustperiodes.
-
In bepaalde omstandigheden (zoals een trouw of overlijden) heb je ook recht op klein verlet. De volledige lijst vind je hier terug.
Opleiding en wetenschappelijke tijd
Het statuut van arts-specialist in opleiding voorziet ook een component opleiding. Deze is van toepassing zowel in de Manama in de specialistische geneeskunde als op de werkvloer. We weerhouden volgende elementen:
Wetenschappelijke tijd
-
Zoals bepaald in de wet van 12 december 2010 heeft de ASO recht op 4 uur wetenschappelijke tijd per week (= 192 uur op 48 werkbare weken per jaar) waarvan 2 uur op de werkvloer.
-
Sinds de collectieve overeenkomst van mei 2021 wordt een deel hiervan gebundeld in 10 forfaitaire wetenschappelijke dagen per jaar (= 96 uur per jaar). Deze kan hij/zij vrij opnemen met het oog op zijn/haar persoonlijke wetenschappelijke vorming en bekwaming. De arts-specialist in opleiding kan niet verplicht worden om deze dagen te gebruiken om lessen in het kader van een verplicht curriculum te volgen.
-
Het aantal uren wetenschappelijke tijd worden niet ingeperkt door deze collectieve overeenkomst.
-
-
Deze forfaitaire dagen resulteren in een resterende 96 uur per jaar of 2 uur wetenschappelijke tijd per week (of 4 uur per twee weken). Deze kan bijvoorbeeld bestaan uit lesmomenten georganiseerd door de dienst of vrij in te vullen te zijn door de ASO.
-
Deze wetenschappelijke tijd (zij het 2 uur, 4 uur of gebundeld in een volledige dag) is een "vrijstelling van de arbeid" en telt dus mee als arbeidstijd.
Lessen en examens
Elke ASO moet vrijgesteld worden van arbeid voor verplichte activiteiten in het kader van de master specialistische geneeskunde (examens, lessen, ...) alsook voor de verplaatsing, en dit zonder loonverlies. Deze vrijstelling voor verplaatsing wordt niet beschouwd als arbeidstijd en wordt niet uitbetaald.
Hiervoor dienen geen verlofdagen of wetenschappelijke dagen ingezet te worden. Deze vrijstelling veronderstelt wel dat de ASO de stagemeester en/of het ziekenhuis op voorhand informeert over deze lessen of examens met het oog op een goede organisatie van de dienst.
Lessen of examens die in het weekend plaatsvinden geven geen aanleiding tot recuperatie. Ze kunnen evenmin beschouwd worden als rustperiode.
Voor niet-verplichte wetenschappelijke activiteiten en de verplaatsing kan de ASO gebruik maken van de wettelijk voorziene wetenschappelijke verloftijd, waarbij de ASO recht heeft op het principe van bundeling van 10 dagen forfaitair op te nemen, zonder afbreuk te doen aan de totale uren.
Wetenschappelijk budget
De collectieve overeenkomst bepaalt in artikel 9 dat de kosten met betrekking tot de wetenschappelijke activiteiten worden vergoed op basis van reëel bewezen kosten of op basis van een vastgesteld forfaitair budget. Het is evident dat het bedrag van dit budget moet worden gespecifieerd in de opleidingsovereenkomst en derhalve bezwaarlijk 0 euro kan bedragen.
Verloning
Meer info over de verloning van de ASO vind je hier. De vergoedingen dienen jaarlijks op 1 januari geïndexeerd te worden volgens de regels die ook van toepassing zijn op de indexatie van de honoraria.
Wetenschappelijk traject
ASO's met wie een arbeidsovereenkomst werd afgesloten (wetenschappelijk onderzoek, PhD traject…) vallen eveneens niet automatisch onder de collectieve arbeidsovereenkomst. Zij hebben geen sui generis statuut maar het statuut van werknemer op wie de verschillende regelingen inzake arbeidsrecht en sociale zekerheid toepassing vinden. Contractueel kan wel overeengekomen worden dat zij voor eventuele klinische activiteiten die zij verrichten, toch onder bepaalde bepalingen van de collectieve overeenkomst vallen.
Meer info over de specifieke regels bij een PhD traject vind je hier.
Sociale bescherming
Met de implementatie van de collectieve overeenkomst werden volgende sociale beschermingen overeengekomen en vastgelegd. Men heeft als ASO geen recht op ouderschapsverlof.
Zwangerschap
-
De zwangere arts-specialist in opleiding geniet van de volledige moederschapsbescherming zoals beschreven in de arbeidswet van 16 maart 1971 en zijn uitvoeringsbesluiten. Op enkele vlakken voorziet de collectieve overeenkomst enkele strengere maatregelen voor de zwangere ASO.
-
De arbeidswet voorziet bescherming tegen schadelijke stoffen zoals ioniserende stralen vanaf het vaststellen van de zwangerschap.
-
Vanaf 26 weken is men vrijgesteld van het draaien van nachtdiensten (20u-8u). (Maar niet van weekenddagdiensten). Er mag vanaf die termijn eveneens niet meer deelnemen aan risicovolle activiteiten zoals MUG-interventies.
-
Men mag vanaf 4 weken voor de uitgerekende datum je zwangerschapsverlof opnemen en hebt recht op een totaal van 15 weken zwangerschaps/moederschapsrust. Voor meerlingen is dit meer.
-
Tijdens deze periode is er een moederschapsbescherming van kracht.
-
-
Men mag niet langer dan 12 uur aansluitend werken.
-
I.o.m. de arbeidsarts kunnen strengere voorwaarden opgelegd worden die het ziekenhuis verplicht moet volgen. Bespreek dus steeds je situatie met de arbeidsarts.
-
Als partner heeft men recht op 20 dagen geboorteverlof/vaderschapsverlof.
-
Na de bevalling heeft men recht op borstvoedingspauzes die meetellen als arbeidstijd.
Palliatief verlof
Het koninklijk besluit van 2021 vermeldt duidelijk dat "De arts-specialist in opleiding kan genieten van de palliatieve verlofstelsels bepaald in de artikelen 100bis en 102bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen." Deze zegt: "een werknemer heeft recht op de volledige schorsing van zijn arbeidsovereenkomst, in geval van palliatieve verzorging van een persoon". Hierbij werd in de update van 2023 verduidelijkt evenwel dat dit niet gepaard gaat met financiële compensaties. Dit dient aldus ook niet aangevraagd te worden bij de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen) (ditzelfde geldt voor moederschapsverlof, vaderschapsverlof en adoptieverlof).
Klein verlet
Volgende regelgeving omtrent is ook van toepassing op de ASO (volgens de bepalingen van koninklijk besluit van 28 august 1963). Dit betreft een exhaustieve lijst, dewelke je hier volledig kan nalezen.
Deze tijd wordt eveneens aanzien als arbeidstijd.
Adoptieverlof
Dit verlofstelsel is onrechtstreeks opgenomen in de CO van 19 mei 2021 die verwijst naar artikel 30 van de wet van 3 juli 1978 zonder behoud van loon: "De werknemer die in het kader van een adoptie een minderjarig kind in zijn gezin onthaalt, heeft, met het oog op de zorg voor dit kind, recht op een adoptieverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken. Indien de werknemer ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen. Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen :
- met drie weken vanaf 1 januari 2023;
- met vier weken vanaf 1 januari 2025;
- met vijf weken vanaf 1 januari 2027.”
Ziekte
-
In geval van ziekte wordt de werknemer de eerste 30 dagen door de werkgever vergoed. Ofwel volgens de minimale baismaandvergoeding, ofwel volgens de ingeplande arbeidstijd (die minstens 4 weken op voorhand gekend is) indien de geplande arbeidstijd hoger is dan voorzien volgens de minimale basismaandvergoeding.
-
Na de periode van de eerste 30 dagen wordt afwezigheid wegens ziekte niet meer vergoed door het ziekenhuis en wordt deze uitbetaald door de mutualiteit.
Overige
-
Elke ASO krijgt maandelijks een gedetailleerde loonfiche waarop alle gepresteerde uren en uitbetalingen vermeld worden.
-
Elke ASO heeft maandelijks recht op een onkostenvergoeding, deze dekt zowel de transportkosten als eventuele andere kosten zoals telefonie. Dit betreft een minimumvergoeding. Door het ziekenhuis kunnen nog bijkomende vergoedingen voorzien worden zoals bvb een fietsvergoeding.
-
Bij ziekte ontvangt de ASO een gewaarborgd maandloon gedurende de eerste 30 dagen van arbeidsongeschiktheid. Nadien wordt een deel van het loon door de mutualiteit uitbetaald.
-
De klokkenluiderrichtlijn wordt specifiek benadrukt in de update van het ASO contract van 2023: Herinnering aan bepalingen in de wet 28 november 2022 betreffende de bescherming van melders van inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector + onafhankelijke meldingskanalen.
Nuttige links
Hieronder vind je enkele nuttige links naar documenten vanuit ondermeer de overheid omtrent het statuut van de arts-specialist in opleiding:
-
Wetgeving 2010 omtrent bepaling arbeidsduur.